Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [23]al dit land, dat gij ziet, [24]zal Ik [25]u geven, en aan uw zaad, [26]tot in eeuwigheid. 23. Niet wat hij toen gans zag, maar wat hem gans beloofd werd. 24. Wel tot een aardse herberg voor uw vleselijk zaad, maar ook tot een teken van het hemelse vaderland voor uw geestelijk zaad. Verg. Hebr.11:9,10,14,15,16. 25. Te weten, u het recht tot het aardse Kanaan, en uw zaad naar het vlees te zijner tijd de dadelijke bezitting; daarna u en uw geestelijk zaad, hier het recht tot het hemelse Kanaan en hierna de eeuwige bezitting daarvan; alles uit genade. 26. Dat is, een langen tijd, te weten, totdat de Messias, het zaad der zegening, uit uw vlees geboren zijnde, het werk der verlossing op aarde zal volbracht hebben. Het /hw wordt in andere betekenissen dikwijls genomen voor den gansen tijd der wet. Zie onder hfdst.17 vs.13, en hfdst.48 vs.4; Ps.132:4. Of, eigenlijk in eeuwigheid, ten aanzien van het geestelijke Kanaan en het geestelijke zaad.